Domain Name System (DNS)

Het Domain Name System (DNS) is een essentieel onderdeel van het internet dat vaak onzichtbaar werkt op de achtergrond, maar zonder dit systeem zou het internet zoals we dat kennen niet kunnen functioneren. DNS is als het ware het telefoonboek van het internet; het vertaalt domeinnamen zoals “www.spotler.com” naar IP‑adressen zoals “162.159.135.42”, die computers gebruiken om elkaar te vinden en te communiceren.

Elke keer dat je een website bezoekt, wordt er een DNS‑zoekopdracht uitgevoerd. Wanneer je een domeinnaam in je browser invoert, stuurt je computer een verzoek naar een DNS‑server om het bijbehorende IP‑adres te vinden. Deze DNS‑server is een soort opslag die alle domeinnamen en hun bijbehorende IP‑adressen bijhoudt.

Als de DNS‑server het IP‑adres voor de gevraagde domeinnaam al kent, wordt het verzoek snel afgehandeld. Als dat niet het geval is, wordt het verzoek doorgestuurd naar een andere DNS‑server, net zo lang totdat het juiste IP‑adres wordt gevonden. Zodra het IP‑adres is opgehaald, kan je browser de website laden door verbinding te maken met de server op dat IP‑adres.

Waarom is DNS belangrijk?

DNS is cruciaal omdat het het internet gebruiksvriendelijk maakt. Stel je voor dat je elke keer dat je een website wilt bezoeken, een lang numeriek IP‑adres zou moeten onthouden en invoeren. Dankzij DNS kun je in plaats daarvan eenvoudige, herkenbare domeinnamen gebruiken. Dit maakt het internet toegankelijk en eenvoudig te gebruiken voor iedereen.

Daarnaast zorgt DNS voor een bepaalde mate van stabiliteit en betrouwbaarheid op het internet. Omdat er meerdere DNS‑servers zijn die dezelfde informatie kunnen verstrekken, is het systeem bestand tegen storingen en kan het verkeer worden omgeleid als een specifieke server offline gaat.

Onderdelen van DNS

Het DNS‑systeem bestaat uit verschillende onderdelen die samenwerken om ervoor te zorgen dat je internetervaring soepel verloopt. De belangrijkste onderdelen zijn:

  • Domeinnamen: Dit zijn de namen die we dagelijks gebruiken, zoals “spotler.com”. Elke domeinnaam is gekoppeld aan een IP‑adres.
  • IP‑adressen: Dit zijn de numerieke adressen die computers gebruiken om elkaar te vinden. IP‑adressen kunnen in IPv4‑formaat zijn, zoals “192.0.2.1”, of in IPv6‑formaat, zoals “2001:0db8:85a3:0000:0000:8a2e:0370:7334”.
  • DNS‑servers: Dit zijn de computers die verantwoordelijk zijn voor het opslaan van domeinnamen en hun bijbehorende IP‑adressen. Er zijn verschillende soorten DNS‑servers, waaronder root servers, top-level domain (TLD) servers, en authoritative servers.
  • Resolver: Dit is het onderdeel dat verantwoordelijk is voor het ontvangen van DNS‑verzoeken van gebruikers en het doorzoeken van DNS‑servers om het juiste IP‑adres te vinden.

Soorten DNS‑records

DNS maakt gebruik van verschillende soorten records om informatie op te slaan over domeinen en hun bijbehorende IP‑adressen. Enkele van de meest voorkomende DNS‑records zijn:

  • A Record (Address Record): Dit record koppelt een domeinnaam aan een IPv4‑adres. Bijvoorbeeld, een A Record kan “example.com” koppelen aan “192.0.2.1”.
  • AAAA Record (IPv6 Address Record): Dit is vergelijkbaar met een A Record, maar koppelt een domeinnaam aan een IPv6‑adres.
  • CNAME Record (Canonical Name Record): Dit record maakt het mogelijk om een domeinnaam als alias te gebruiken voor een andere domeinnaam. Bijvoorbeeld, “www.spotler.com” kan een CNAME‑record zijn voor “spotler.com”.
  • MX Record (Mail Exchange Record): Dit record specificeert welke mailservers verantwoordelijk zijn voor het ontvangen van e‑mail voor een domein.
  • TXT Record: Dit record bevat tekstinformatie die kan worden gebruikt voor verschillende doeleinden, zoals het verifiëren van domeineigendom of het configureren van SPF (Sender Policy Framework) voor e‑mailauthenticatie.

Samengevat is DNS een fundamenteel onderdeel van het internet dat ervoor zorgt dat we websites gemakkelijk kunnen vinden en bezoeken. Het maakt het internet toegankelijker en gebruiksvriendelijker door domeinnamen te vertalen naar de numerieke IP‑adressen die computers gebruiken om met elkaar te communiceren.

Go to top